03 januari, 2018
Interview met Rudolf van Mierlo - DGMR
In Nederland is het toezicht en de handhaving op brandveiligheid tamelijk beperkt, veel wordt aan de markt overgelaten. Daarom is Van Mierlo enthousiast over de Wet Kwaliteitsborging, waarbij de bouwer langer verantwoordelijk blijft voor de kwaliteit van het gebouw. Het stimuleert het bewustzijn, en dat is nodig volgens Van Mierlo. Zijn ervaring is dat 99% van de bouw bezig is met het behalen van de minimale eisen en soms nog eronder. Dit gebeurt niet bewust, maar heeft vooral met onvoldoende kennis te maken, stelt hij. “De bouw kent de regels wel, maar weet niet hoe je die op niet-standaard gebouwen moet toepassen.”
Maak de juiste keuzes bij aanvang
Bij de bouw van industrie- utiliteitsgebouwen zijn niet-standaard varianten aan de orde van de dag. Het Bouwbesluit kent standaard brandcompartimenten tot ‘slechts’ 2.500 vierkante meter. Daarom zien we vaak beoordelingen van gelijkwaardige veiligheid voor grotere compartimenten. Die beoordelingen zijn vaak echter niet gericht op risicobeperking, maar op het voldoen aan de wet- en regelgeving. Van Mierlo: “Bij grote (opslag)gebouwen weten we vaak niet goed wat de consequenties kunnen zijn op het moment dat er iets misgaat. Daarom is het zeker bij dergelijke gebouwen essentieel om op voorhand de juiste keuzes te maken op basis van échte risico’s”, adviseert Van Mierlo. De bouwwetgeving is volgens hem maar een “grof middel om een gemiddeld veiligheidsniveau te halen”.
Veiligheidsregio’s een verbetering
Van Mierlo vindt de Veiligheidsregio’s een verbetering, maar geeft aan dat daar vaak onvoldoende specialisten aanwezig zijn om de oplossingen voor niet-standaard gebouwen goed te beoordelen. Maar ze hebben bij die gebouwen wel het veto, zónder een helder wettelijk kader. Ze moeten een afwijzend oordeel beargumenteren, maar hoe, dat zegt de wet niet. En de wet zegt ook niet wanneer een onderbouwing goed genoeg is om positief te oordelen.
Verschillende interpretaties leiden daarom tot verschillende besluiten. En de bouw beschikt door de bank genomen over onvoldoende kennis om goede keuzes te maken, vindt Van Mierlo. Een voorbeeld: binnen de nieuwe NEN 6079 mag je in principe oneindig bouwen, zolang het gebouw geen gevaar vormt voor mensen en omgeving. “Met de probabilistische insteek van NEN 6079 moet je dus zelf heel goed de risico's inschatten, afgeleid van je doelstellingen. Helaas weet de opdrachtgever vaak onvoldoende wat hij op z'n hals haalt. Zo ontstaan gebouwen die prima voldoen aan de wet en regels, maar waarover uit het oogpunt van bedrijfscontinuïteit bij brand niet of onvoldoende is nagedacht.”
Het gaat om bewustzijn
Branden bij bedrijfsgebouwen hebben bijna altijd een onderhoudstechnische of gebruiks-oorzaak. Het worden vaak grote branden door bouwkundig falen. “Er zijn veel richtlijnen en regels om de risico’s van brand te beperken, daar zit het probleem niet”, zegt Van Mierlo. “Het gaat om het echt wíllen begrijpen van de risico’s die je kunt lopen. Daar begin je mee bij de keuze voor voorzieningen”, legt hij uit. “Schat die risico’s goed in. Anders gezegd, wat levert een bepaalde investering in brandveilig bouwen nou echt op bij de beperkte kans dat er iets misgaat? Maak daar een gedegen kosten-batenanalyse van. Ik weet uit de praktijk dat er op dat gebied nog veel ruimte is voor goede adviezen.”
Kom ook naar Xella's event Brand & Gebouw op 7 juni!
De brandveiligheid van utiliteitsbouw is een zeer complex onderwerp. Er zijn regels en voorschriften, veiligheidsrisico’s en -regio’s. Ziet u door de bomen het bos nog? Xella deelt graag kennis met u over dit onderwerp. Daarvoor organiseren we Brand&Gebouw op donderdag 7 juni, waar diverse bouw- en brandveiligheidsspecialisten spreken. We stellen graag twee specialisten aan u voor. Maximaliseer uw kennis over brandveiligheid en kom ook naar Brand & Gebouw. Meld u nu aan!
Aanmelden kan hier!