Zeker in Noord-Holland is Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen een bekende naam, met name voor grotere en meer complexe projecten wordt vaak bij de aannemer uit Warmenhuizen aangeklopt. Geregeld nodigt de bouwer relaties uit om gezamenlijk een of meerdere thema’s inhoudelijk te bediscussiëren. Dat verschilt van opdrachtgevers, architecten, constructeurs en leveranciers tot banken, verzekeraars, maar ook stagiaires. Het doel is altijd om in samenwerking met deze stakeholders verder te verbeteren. Zeker waar het gaat om veiligheid is dat een zaak van lange adem. Het verbeteren van veiligheid vraagt namelijk om gedragsverandering en dat gebeurt niet van de ene dag op de andere. Het is als opvoeden: een combinatie van geduld en consequent zijn.
Minder onderaannemers
Volgens Bouwbedrijf de Nijs moet je altijd van boven naar beneden werken. De leidinggevenden moeten het voorbeeld stellen waardoor je ongeacht het project, altijd merkt dat je op een bouwplaats van De Nijs werkt en niet op de site van Jan, Piet of Henk met elk hun eigen regels en gewoonten; eenheid van beleid. Naar mate je met meer onderaannemers werkt, wordt het bereiken van een structurele gedragsverandering lastiger. Zeker als die onderaannemers ook weer een deel van hun werk uitbesteden. Daarom streeft Bouwbedrijf de Nijs naar een kleinere kern van vaste onderaannemers. Op die manier verwacht de bouwer om sneller tot een eenduidig, gedragen beleid te komen op het gebied van veiligheid. Een van die vaste onderaannemers is Xella. Zij waren door De Nijs als leverancier en onderaannemer uitgenodigd aan de veiligheidstafel. Xella beschikt al over trede 3 op de NEN-EN Veiligheidsladder, een certificering die Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen in 2025 hoopt te halen. Daarnaast besteedt Xella een deel van haar werk op de bouwplaats weer uit aan derden en ook in die relatie ligt de nadruk op veilig werken.
Bij het uitbesteden aan derden stuiten veel bouwbedrijven op een probleem. Om de veiligheid op een bouwplaats te verbeteren, moet iedereen die daar rondloopt erbij betrokken worden. Echter, wanneer een ZZP’er of andere onderaannemer te nauw wordt betrokken bij het stimuleren van veiligheidsgedrag dan kan dat door de overheid worden geïnterpreteerd als een werkgever-werknemer relatie. Dit komt regelmatig voor en gebeurt al wanneer je deze mensen betrekt bij toolbox bijeenkomsten. Ook Bouwbedrijf de Nijs herkent dit. Ook zij zien dat er een groeiend veiligheidsbesef is en dat ook de overheid dit nastreeft. Echter wanneer dat op een bouwplaats concreet wordt gemaakt door iedereen op de bouwplaats erbij te betrekken, dan heeft dat indirect ongewenste consequenties. Dat is volgens De Nijs en andere bouwers een probleem dat bouwbreed moet worden aangepakt en opgelost, waarbij ook de overheid haar rol moet bekijken.
Veiligheid meenemen in voorfase
Ook in de keten kan er meer gedaan worden om veiligheid te stimuleren. Dat begint al in de voorfase bij opdrachtgevers en architecten. In de ontwerpfase kan worden nagedacht over een veiligere bouwplaats en veiligere bouw. Dit geldt voor indeling van de bouwplaats en logistieke bewegingen, maar ook het ontwerp van een gebouw maakt hier deel van uit. Bij Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen wordt bij de eigen ontwikkeling samen met een architect onder meer gekeken naar keuzes die het aangelijnd moeten werken op de bouwplaats minimaliseert of uitsluit. Daarnaast moeten opdrachtgevers beseffen dat ook zij een rol kunnen spelen door veiligheid op voorhand belangrijk te maken in hun project. Het is zaak dat in ieder geval in de gehele keten dezelfde verantwoordelijkheid wordt gevoeld en dat geld, tijd of mogelijke obstakels niet het leidende argument worden.
Één lijn
De Nijs ziet nog te veel versnippering. Zo hanteren aannemers nog een veelheid aan toegangscontrolesystemen. Ook zijn er meerdere kwaliteitscontrolesystemen. Van de onderaannemer die vaak op meerdere werken actief is, wordt vervolgens verwacht dat hij zich op elke bouw weer opnieuw aanpast aan andere voorwaarden. Ook is de veiligheidsladder niet verplicht en wordt er dus nog nauwelijks om gevraagd. Volgens Bouwbedrijf M.J. de Nijs is het de hoogste tijd dat er voor veiligheid in de bouwketen één uniforme lijn wordt getrokken.